ZAS Labgids - Lymfocytensubsets

Klinisch toepassingsgebied: Vele hematologische patiënten worden behandeld met hoge doses chemo – en/of radiotherapie, gevolgd door perifere stamceltransplantatie (PSCT). Naast maligne cellen worden dus ook gezonde cellen, waaronder deze van het immuunsysteem, vernietigd, met het gevaar voor (fatale) pancytopenie. Na PSCT nestelen de stamcellen zich in het beenmerg en zorgen voor de aanmaak van nieuwe bloedcellen. Na PSCT normaliseren B-lymfocyten (CD19+) zich in aantallen na 6 tot 12 maanden, terwijl normale aantallen NK-cellen (CD16/56+)reeds 2 weken post-PSCT kunnen voorkomen. T-lymfocyten (CD3+CD4+ en CD3+CD8+) aantallen normaliseren zich veel trager. Het bepalen van de lymfocytensubsets is nuttig om een idee te krijgen van de snelheid van herstel van het immuunsysteem. Absolute bepaling van CD3+CD4+ cellen is tevens van belang bij de follow-up van HIV patiënten en om hun respons op anti-retrovirale therapie na te gaan. De kans op AIDS, het gevorderde stadium in de HIV infectie, neemt snel toe zodra de CD3+CD4+ cellen onder de 200/µl dalen. Ook in het kader van vermoeden van immuundeficiëntie vormt de bepaling van de lymfocytensubsets een eerste stap. Principe: ABSOLUTE TELLING VAN T-, B-, NK-CELLEN EN CD4+ EN CD8+ SUBPOPULATIES VAN T-CELLEN VOLGENS DUAL PLATFORM METHODE