ZAS Labgids - LH

Trefwoorden:Gonadotroop Luteïniserend Hormoon (LH), LH, Luteïniserend Hormoon (LH)

Ga terug

Parameter Waarde
STAALTYPE Serum
RECIPIËNT Serumgel OKER DOP
ACTIVITEITENCENTRA MI
IN HIX AANVRAAGBAAR JA, standaard
AFNAME-HOEVEELHEID 6mL
ALGEMENE OPMERKINGEN
TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL
TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS
METHODE Immunochemie (ECLIA)
UITVOERFREQUENTIE 24/24
MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport)
BIJ-AANVRAGEN Maximaal 7 dagen
ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) Ja
RIZIV-REGELS
RIZIV-NOMENCLATUUR 546114
NON-RIZIV AANREKENING
BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING
klinische fiche LH in Serum
Klinisch toepassingsgebied: Humaan Luteïniserend hormoon (lutropine, hLH, LH )is een glycoproteïne dat gevormd wordt in de voorste kwab van de hypofyse. Het biologisch halfleven van LH in de bloedbaan bedraagt 20 tot 25 minuten. LH bestaat uit twee polypeptideketens welke gekend zijn als alfa en beta-subunits. De beta-subunit bepaalt de specifieke biologische actie en het immunologische gedrag van het hormoon. De a-subunit is identiek aan de alfa-subunits van andere humane glycoproteïne hormonen zoals FSH, hCG en TSH. De primaire actie van LH is de regulatie van de gonadale functie. LH controleert de synthese van de sexsteroïden : bij vrouwen de synthese van progesteron in het ovarium en bij mannen de synthese van testosteron in de testes. Samen met FSH is LH betrokken in de mechanismen welke de ovulatie starten. De synthese van de gonadotropines LH en FSH in de hypofyse en hun vrijstelling worden gestimuleerd door het gonadotropine releasing hormoon (GnRH) welke gevormd wordt in de hypothalamus. De sexsteroïden reguleren gonadotropine-secretie door middel van een meervoudig feedback mechanisme (negatieve inhibitie en positieve stimulatie). Vrijstelling van LH is relatief constant en laag bij fertiele mannen, terwijl bij fertiele vrouwen er een cyclische vrijstelling van het hormoon is. Typisch voor een normale menstruele cyclus is een 1-2 dagen piek in het midden van de cyclus, welke een belangrijke rol speelt in het starten van de ovulatie. Voor en na de ovulatie is de LH concentratie ongeveer dezelfde als bij gezonde mannen. Tijdens de menopauze stijgt de basale LH concentratie en valt terug tijdens de post-menopauzale periode. Indicatie : - Bij menstruele cyclusstoornissen - Evaluatie van infertiliteit - Tijdens perimenopauze om nood aan hormoonsubstitutie na te gaan - Bij uitgestelde of vervroegde puberteit - Bij hypogonadie bij mannen Verhoogde waarden: Vrouw : - postmenopauze (zie ook bij opmerkingen) c.q. na ovariëctomie - polycysteus ovariumsyndroom (LH in 75% der gevallen verhoogd, FSH vaak normaal) - primaire ovariuminsufficiëntie (FSH in sterkere mate verhoogd, oestradiol verlaagd). - LH producerende tumor (zeer zelden voorkomend). FSH kan normaal zijn. Man : - onvruchtbaarheid door testiculaire insufficiëntie (bijv. congenitaal als Klinefelter syndroom of verworven als bilaterale orchitis). Testosteron verlaagd (soms is in beginfase alleen vrij testosteron verlaagd). LH is vaker verhoogd bij functiestoornis van de Leydigcellen en FSH is vaker verhoogd bij aantasting van tubuli seminiferi. - LH producerende tumor (zeer zelden voorkomend). FSH kan normaal zijn. Verlaagde waarden: Vrouw : - oestrogeen toediening (bijv. contraceptiepil) - hypothalamus-hypofyse dysfunctie (oestradiol verlaagd of normaal) Man - zeer lage LH : hypothalamus-hypofyse insufficiëntie (FSH en testosteron ook verlaagd) Interferenties: Turbiditeit beïnvloedt de resultaten. Heterofiele antilichamen in serum of plasma na contact met dieren of dierlijke producten kunnen interfereren. Geen high dose Hook effect tot 1150 mIU/ml. Resultaten die niet bij het klinisch beeld passen, dienen bevestigd te worden met een alternatieve techniek. Geen staal gebruiken indien patiënt >5mg biotine heeft gekregen in de laatste 8uur.
Referentiewaarden: LH in Serum
Detail Referentiewaarde Variabelen Geslacht Leeftijden Opm. Volgorde
LH in Serum 1.7-8.6 U/L Man 18-99 Y 1
LH in Serum 2.4-12.6 U/L Folliculaire fase Vrouw 18-99 Y 2
LH in Serum 14.0-95.6 U/L Ovulatoire fase Vrouw 18-99 Y 3
LH in Serum 1.0-11.4 U/L Luteale fase Vrouw 18-99 Y 4
LH in Serum 7.7-58.5 U/L Postmenopauzaal Vrouw 18-99 Y 5
LH in Serum ≤0.10 U/L Vrouw -7 Y 6
LH in Serum ≤0.10 U/L Vrouw -8 Y 7
LH in Serum ≤0.10-0.48 U/L Vrouw -9 Y 8
LH in Serum ≤0.10-5.15 U/L Vrouw -10 Y 9
LH in Serum ≤0.10-4.91 U/L Vrouw -11 Y 10
LH in Serum ≤0.10-10.1 U/L Vrouw -12 Y 11
LH in Serum 1.22-9.58 U/L Vrouw -13 Y 12
LH in Serum 0.99-19.5 U/L Vrouw -14 Y 13
LH in Serum 0.66-17.8 U/L Vrouw -15 Y 14
LH in Serum 0.77-14.8 U/L Vrouw -16 Y 15
LH in Serum 1.00-6.43 U/L Vrouw -17 Y 16
LH in Serum ≤0.10-0.19 U/L Man -7 Y 17
LH in Serum ≤0.10 U/L Man -8 Y 18
LH in Serum ≤0.10-0.33 U/L Man -9 Y 19
LH in Serum ≤0.10-1.58 U/L Man -10 Y 20
LH in Serum ≤0.10-1.96 U/L Man -11 Y 21
LH in Serum ≤0.10-3.70 U/L Man -12 Y 22
LH in Serum 0.70-4.09 U/L Man -13 Y 23
LH in Serum 1.46-5.73 U/L Man -14 Y 24
LH in Serum 1.16-5.89 U/L Man -15 Y 25
LH in Serum 1.69-6.84 U/L Man -16 Y 26
LH in Serum 2.56-5.01 U/L Man -17 Y 27

Ga terug