Klinisch toepassingsgebied: Parathyroid hormoon (PTH) is een enkelvoudig polypeptide met een moleculaire massa van ongeveer 9500 dalton en bestaat uit 84 aminozuren. Dit eiwit staat in voor het in stand houden van de optimale calcium ion concentraties. PTH zorgt ervoor dat de serum calcium levels stijgen door zijn directe actie op de nieren en op het bot. Via de nieren zorgt het voor een renale tubulaire reabsorptie van Ca en een excretie van fosfaat. Botwerking gebeurt via een stijging in de calcium ion flux van bot naar extracellulaire vloeistoffen. In de langere termijnsregulatie werkt PTH via de vitamine D huishouding wat resulteert in een verhoogde darmuptake van calcium. Bij gezonde personen wordt PTH gesecreteerd oiv de circulerende calcium levels. Een daling onder de persoonlijke normaalwaarden zorgt voor een verhoogde PTH secretie. Indien calcium terug op peil zal de PTH secretie geïnhibeerd worden via een negatief feed-back systeem op de parathyroide klier. PTH ondergaat een periferen proteolyse (lever, nier, bot) waarbij N-terminale en C-terminale fragmenten vrijkomen met een verschillend halfleven. Bij renaal falen zien we verhoogde waarden van het C-terminaal fragment door de gestoorde glomerulaire klaring. C-assays zijn dus onbetrouwbaar in gebruik bij deze patiëntenpopulatie. In deze assay wordt het intact-PTH gemeten. Bij hypercalcemische patiënten door primaire hyperparathyroidisme of ectopische PTH productie (pseudohyperparathyroidisme) vindt men bij het meerendeel van de patiënten verhoogde waarden terug. Bij hypercalcemieën veroorzaakt door o.a. maligniteiten ziet men lage of normale PTH waarden. Verhoogde waarden worden ook teruggevonden bij secundaire hyperparathyroidisme (geassocieerd met renaal falen) door een continue stimulus van de parathyroide klier door de verlaagde calcium waarden. Hypocalcemie vergezeld van lage PTH waarden wordt verwacht bij hypoparathyroidisme, postsurgicaal of idiopathisch. Verhoogde waarden: - primaire hyperparathyroidisme - secundaire hyperparathyroidisme (chronisch renaal falen, pseudohypoparathyroidisme, heriditaire vitamine D afhankelijkheid (Type I en II), vitamine D deficiëntie). - Z-E syndroom - fluorose - ruggemerg trauma - pseudo jicht - familiaal medullair thyroid carcinoom - MEN types I, Iia en Iib Verlaagde waarden: - autoimmune hypoparathyroidisme - surgicale hypoparathyroidisme geassocieerd met thyroidectomie - sarcoidose - nonparathyroid hypercalcemie in de afwezigheid van renaal falen - hyperthyroidisme - hypomagnesemie - transiente neonatale hypocalcemie - DiGeorge syndroom |