ZAS Labgids - LDL-cholesterol (berekende)
Trefwoorden:LDL-cholesterol (berekende)
| Parameter | Waarde |
|---|---|
| STAALTYPE | Serum |
| RECIPIËNT | Zie opmerkingen |
| ACTIVITEITENCENTRA | MI |
| IN HIX AANVRAAGBAAR | Nee |
| AFNAME-HOEVEELHEID | |
| ALGEMENE OPMERKINGEN | wordt berekend uit de cholesterol, triglyceriden, cholesterol en HDL-cholesterol geen berekening indien TRIG >400 |
| TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL | |
| TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS | |
| METHODE | |
| UITVOERFREQUENTIE | |
| MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport) | |
| BIJ-AANVRAGEN | |
| ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) | Nee |
| RIZIV-REGELS | |
| RIZIV-NOMENCLATUUR | |
| NON-RIZIV AANREKENING | |
| BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING |
| klinische fiche Berekende LDL-cholesterol in serum |
|---|
De bepaling van LDL cholesterol maakt deel uit van het lipidenprofiel dat wordt uitgevoerd om het cardiovasculair risico van een individu te bepalen. Atherosclerose ontstaat door opstapeling van cholesterol in de aderwand. LDL (Low Density Lipoproteins) zijn cholesterolrijke partikels die cholesterol vanuit de lever naar de perifere weefsels transporteren. Geoxideerd LDL zal niet meer herkend worden door LDL-receptoren van bijv. de lever, maar zal opgenomen worden door macrofagen in de arteriële wand. Door vorming van ‘foam cells’ in de arteriële wand ontstaat endotheliale dysfunctie en inflammatie. Opstapeling van cholesterol in de arteriële wand speelt een cruciale rol in het ontwikkelingsproces van atherogenese. LDL-cholesterol is gekend als de meest atherogene fractie van totaal cholesterol. LDL draagt +/- 70% van het totaal cholesterol. LDL-cholesterol is de belangrijkste parameter voor de diagnose en de follow-up van een patiënt met een hoog cardiovasculair risico.
LDL-cholesterol kan berekend worden met de Friedewald formule waarbij
"LDL-cholesterol = totaal cholesterol – HDL-cholesterol – Triglyceriden/5" De term triglyceriden/5 is een schatting van de VLDL-cholesterol. Triglyceriden komen hoofdzakelijk onder de vorm van VLDL in circulatie. Deze formule wordt in routine meestal gebruikt voor de bepaling van het LDL-cholesterol, maar in sommige omstandigheden is de berekende waarde te sterk afwijkend en moet het LDL-cholesterol gemeten worden. De Friedewald formule geeft een goede schatting als de triglyceriden < 200 mg/dl. Bij triglyceriden tussen 200 en 400 mg/dl is de berekening meestal aanvaardbaar, maar bij secundaire hyperlipoproteïnemie kan een afwijking optreden. Omstandigheden waarbij de formule van Friedewald niet kan gebruikt worden: -Indien triglyceriden > 400 mg/dl, bevatten de VLDL meer triglyceriden in verhouding tot cholesterol en wordt de LDL cholesterol fout berekend. -Bij aanwezigheid van chylomicronen. Zij bevatten in verhouding minder cholesterol dan triglyceriden dan de VLDL en bijgevolg worden de VLDL overschat waardoor de LDL onderschat wordt. De formule van Friedewald kan dus enkel gebruikt worden bij nuchtere stalen (best > 12 uur) -Bij hyperlipoproteïnemie type III of dysbetalipoproteinemie, waarbij er een accumulatie optreedt van remnant lipoproteïnes die in verhouding meer cholesterol bevatten dat triglyceriden, kan de formule onbetrouwbare waarden geven. De streefwaarden zijn in functie van het cardiovasculair risico (2021 ESC Guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice):
Streefwaarde bij laag cardiovasculair risico: < 116 mg/dL
Streefwaarde bij matig cardiovasculair risico: < 100 mg/dL
Streefwaarde bij hoog cardiovasculair risico: < 70 mg/dL Streefwaarde bij zeer hoog cardiovasculair risico: < 55 mg/dL Verhoogde waarden:
Familiale hypercholesterolemie, familiale gecombineerde hyperlipidemie, familiale dysbetalipoproteïnemie
Secundair: hypothyreoïdie, nefrotisch syndroom, obstructieve leverziekten, zwangerschap, diabetes, chronisch renaal falen, syndroom van Cushing. Verlaagde waarden:
Hypobetalipoproteïnemie, abetalipoproteïnemie.
Secundair: hyperthyreoïdie, hepatocellulaire dysfunctie, infectie, inflammatie. Opmerkingen:
De pre-analytische variatie moet geminimaliseerd te worden: Patiënten moeten gewone voeding handhaven, hun gewicht moet stabiel zijn gedurende 2 weken voorafgaand aan bloedafname. Metingen dienen 3 maand na een clinical event uitgevoerd te worden. Bloedafname gebeurt nuchter. Omwille van de normale intra-individuele biologische variabiliteit, de toevallige meetfout en de pre-analytische variabiliteit is één enkelvoudige meting niet representatief voor de gemiddelde toestand (‘homeostatische setpoint’) van de onderzochte patiënt. Afgaan op het gemiddelde van 2 onderzoeken, betekent dat de onzekerheidsmarge 1.41 maal kleiner wordt. |
| Referentiewaarden: Berekende LDL-cholesterol in serum | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Detail | Referentiewaarde | Variabelen | Geslacht | Leeftijden | Opm. | Volgorde |
| Berekende LDL-cholesterol in serum | <100 mg/dL (bij matig cardiovasculair risico) | Beide | Alle | |||